Sartre

‘Ik herlees Sartre, De jaren des onderscheids.’
‘Dat is die schrijver die nog lang na de dood van Stalin het communisme bleef verdedigen, toch?’
‘Behoorlijk goeie schrijver, vind ik. Beetje raar vrouwbeeld, dat zou je nu misogyn noemen, denk ik, maar goed, het was een andere tijd.’
‘Ik zou het niet willen lezen.’
‘Heb je Céline gelezen? De reis?’
‘Nee, natuurlijk niet.’
‘Fenomenaal. Niemand schrijft als Céline.’
‘Gelukkig niet, zou ik zeggen. Die man was totaal fout in de oorlog. Heeft zelfs een antisemitisch pamflet geschreven.’
‘Daar ben ik wel nieuwsgierig naar. Misschien is dat antiquarisch nog te krijgen?’
‘Dat ga je toch niet lezen? Jij was toch joods?’
‘Nog steeds trouwens. Maar waarom niet?’
‘Ga je dan ook Mein Kampf lezen?’
‘Niet per se. Ik heb daar wel eens een stukje in gelezen. Hitler blinkt volgens mij niet uit in literaire brille.’
‘Schandalig dat zoiets nu gewoon verkocht mag.’
‘Waarom? Niemand neemt zo’n boek toch serieus? En valt dat niet onder vrijheid van meningsuiting?’
‘Sommige schrijvers moet je gewoon verbieden.’
‘Welke dan?’
‘Nou Hitler bijvoorbeeld.’
‘Ik weet het niet. En Reve dan?’
‘Een racist. Die was toch van: ga jij maar met de tsjoek, tsjoek trein en de tuf, tuf boot terug naar takkie takkie land? Schandalig.’
‘Zeker. Maar ook heel geestig. Een groot stilist!’
‘Vind ik niet. Totaal verwerpelijk wat die man schrijft.’
‘Wat heb je van hem gelezen?’
‘Zo iemand ga ik echt niet lezen’
‘Niet op de leeslijst zetten van Middelbare scholieren?’
‘Zeker niet.’
‘Nabokov? Lolita?’
‘Dat was toch die pedofiel?’
‘Ik geloof niet dat Nabokov een pedofiel was.’
‘Maar dat boek is toch één groot pleidooi voor seks met kinderen?’
‘Heb je het gelezen?’
‘Daarvoor hoef ik het echt niet te lezen. Dat weet toch iedereen?’
‘Philip Roth?’
‘Totale seksist. Vieze ouwe witte man.’
‘Nou, hij is joods.’
‘Vieze, ouwe witte man.’
‘Aan welke van zijn romans heb je je het meest geërgerd?’
‘Je denkt toch niet dat ik het werk van zo iemand ga lezen?’
‘Houellebecq?’
‘Die smeerlap! Echt niet. Totale racist, moslimhater, vrouwenhater. Een oversekste griezel, een creep. Ziek, die man. Die zou dus echt verboden moeten worden.’
‘Verboden?’
‘Ja, natuurlijk. Opsluiten, zo iemand. Castreren.’
‘Alleen om wat hij schrijft?’
‘Mensen met zulke ideeën moeten niet vrij rondlopen.’
‘Waarom dan? Niemand heeft toch last van de gedachten van een ander?’
‘Sorry hoor, ik vind het prima om van mening te verschillen. Maar ik heb nu eenmaal mijn principes. Sommige dingen kun je gewoon niet tolereren.’
‘Dus je kent zijn werk?’
‘Dat hoef ik echt niet lezen om te weten wat zo iemand denkt. Die zie je toch meteen aan die lelijke kop van hem?’
‘Maar ben je dan niet nieuwsgierig? Wil je niet liever zelf oordelen dan op het oordeel van iemand anders te varen?’
‘Niet van iemand anders. Dit weet toch iedereen. Lees jij geen kranten of zo?’
‘Jazeker. Jij?’
‘Vroeger nog wel, maar al heel lang niet meer.’
‘Dus je leest geen kranten, geen boeken?’
‘Ik kijk wel uit. Ik heb geen behoefte aan al die smerigheid. Bovendien heb ik er geen tijd voor, ik heb wel wat beters te doen.’
‘Wat doe je dan? En ontspan je je nooit?’
‘Ik kijk Netflix.’