woensdag 29 oktober 2025

 


Frutti di mare

‘Waar heb je afgesproken?’
    ‘Op de Ruysdaelkade, tegenover die muziekwinkel.’
    S. heeft zijn dealer naar het exacte bedrag van zijn schuld gevraagd: € 510,-, iets meer dan hij zelf dacht. Ik ben niet heel erg verbaasd, half opgelucht dat het niet méér is.
    ‘Hoe laat?’
    ‘Om half zes. Kan iets later worden.’
    S. gaat morgen, eerder dan verwacht, twee weken in detox in Utrecht. De kans is groot dat hij aansluitend zes weken gaat afkicken in de Jellinek. Omdat hij nu ook therapie heeft, ben ik hoopvol. Het is een beetje nu of nooit, als hij hierna opnieuw terugvalt, zie ik het somber in. Ik probeer daar niet aan te denken.
    Mevrouw Janssen vindt dat wij zijn schuld voor hem moeten aflossen, zodat niemand meer een claim op hem heeft als hij straks weer thuis is. Hij moet een nieuwe start kunnen maken, en daar hoort zijn ketaminedealer niet bij. Ik twijfel. S. is zo moeilijk te doorgronden. Wat als hij niet alles aflost maar een gedeelte gebruikt om toch weer ketamine van te kopen? Hij is verslaafd, kunnen we hem wel met zo’n verantwoordelijkheid opzadelen. Maar er is niet echt een keuze, we houden van hem en we willen alles doen om hem te helpen.
    ‘Ik ga met je mee,’ zeg ik. ‘Ik wil zeker weten dat je alles aflost.’
    ‘Dat is goed,’ zegt S, ‘maar je kunt er niet bij zijn als ik hem het geld overhandig. dat vindt hij zeker niet goed.’
    We wandelen samen naar de Ruysdaelkade, het is wintertijd en al vroeg donker. Ik ga op een bankje tegenover de muziekwinkel zitten, terwijl S. een stukje verderop op wat bouwmaterialen plaatsneemt. Ik weet niet hoe zijn dealer er uitziet, dus bekijk ik iedere voorbijganger argwanend. Mechanisch kijk ik op mijn telefoon hoe laat het is, maar het dringt niet tot me door. Het doet er ook niet toe.  
    S. appt dat zijn dealer er nu bijna aankomt, nog een minuut of tien. Als ik even opsta om mijn benen te strekken is S. plotseling verdwenen. Ik wandel omzichtig langs de plek waar hij zonet nog zat, maar ik zie hem nergens meer, ook niet in de dichtstbijzijnde zijstraat.
    Wanneer ik dan maar terug naar huis loop, komt S. me tegemoet. ‘Het is gelukt, papa,’ zegt hij.
    ‘Waar was je nou?’
    ‘Achterop zijn fatbike, hij wilde het op de fiets afhandelen.’
    ‘Dus je bent nu van hem af?’
    ‘Ja. Ik heb gezegd dat hij mij uit zijn appgroep moet verwijderen, zodat ik geen berichten meer krijg over aanbiedingen en zo.’
    ‘Heel goed.’
    ‘Hij wil zelf ook stoppen met dealen,’ zegt S. We lopen samen naar de Albert Heijn om boodschappen te doen. S. gaat pasta frutti di mare maken, en daarna naar zijn eigen huis om zijn tas in te pakken. Wat een leven, denk ik. Zit hij weer wekenlang in een hufterproof kamertje met alleen een bed, een tafel en een stoel. Maar goed, hij is er inmiddels aan gewend, het is een deel van zijn leven geworden.
    ‘Hij zei dat het allerbelangrijkste bij afkicken is dat je iets te doen hebt. Een dagbesteding. Zonder dagbesteding word je depressief en ga je vanzelf weer gebruiken. Hij drukte me op het hart dat ik ervoor moest zorgen dat ik iets te doen heb als ik ben afgekickt.’
    ‘Dat lijkt me goed advies van je dealer.’
    ‘Bij het N.P.I. gaan ze me ook helpen met een dagbesteding. Ik denk dat het deze keer wel gaat lukken.’    

Geen opmerkingen:

Een reactie posten