Ik speelde in Cluj, een stad in Roemeniƫ waar
ik daarvoor nog nooit van had gehoord, als gitarist met het B-Movie Orchestra
op het Transilvania International Film Festival.
Met een klein propellorvliegtuigje vlogen we
van Boekarest naar Cluj, laag over eindeloze bruin-groene heuvels met af en toe
een tent of een hut. Soms zag je een vrachtauto of een motorfiets. Op het
vliegveld waren we het enige toestel. Ik voelde me slap en dacht dat het van de
zenuwen was. Het was een van mijn eerste concerten met het orkest, en ik wilde
het graag goed doen.
Het verbaasde me een beetje omdat ik over het
algemeen redelijk stressbestendig ben. Weinig last van plankenkoorts. Ik wist
nog niet dat het kwam door een vitamine D tekort; een oudemannenkwaal waar ik
kennelijk de leeftijd inmiddels voor had bereikt. Dat bleek pas later toen ik
me, eenmaal weer thuis, nog altijd slap voelde en me maar eens bij de huisarts
meldde.
Bibian was boos. Zij voelde zich al langer moe
en uitgeblust, maar volgens de doktoren mankeerde ze niets. Ze werkte gewoon te
hard. En dan ook nog drie kinderen erbij. Het maakte haar wanhopig; niemand nam
haar klachten serieus en nou ging toch weer alle aandacht naar mij, en bleek ik
ook nog iets ‘simpels’ te hebben, dat gewoon met pilletjes op te lossen was.
Het werden de laatste maanden van ons ‘gewone’ leven.
Cluj bleek een redelijk hippe studentenstad
met mooie kroegen, restaurantjes en ontzettend veel cultuur. In de entree van
de opera hingen foto’s van vermaarde lokale sopranen en tenoren, in het theater
portretten van Roemeense Hamlets, Ophelias, Lears en MacBeths.
De keuken was een soort tweedehands Italiaans,
een beetje zoals bij ons in Turkse pizzeria's. Het was het allemaal net niet,
maar dat maakte het voor mij juist heel aantrekkelijk.
Na het concert bleven we nog een volle dag. Ik
slenterde wat door de stad, maar was te moe voor de diverse ‘wilde’ feesten die
in het kader van het festival werden gegeven. Ik voelde me zo ellendig dat ik
er ’s nachts niet van kon slapen. De volgende dag vlogen we terug naar
Boekarest, waar we uren op onze aansluiting naar Amsterdam moesten wachten.
Samen met saxofonist A. die er ook doorheen zat, besloten we in de omgeving van
het vliegveld een rustig plekje te zoeken om nog wat te slapen. Met onze
instrumenten sjokten we naar buiten, waar we ons installeerden achter een bosje
op een klein veldje langs de grote weg naar de hoofdstad. Het was frisjes en
het miezerde, maar dat maakte ons niet uit. Toen we eindelijk zo’n beetje
ingedommeld waren klonk een snerpend fluitsignaal. Een soldaat maande ons met
zijn geweer het bosschage onmiddelijk te verlaten. Als twee betrapte oude
sodomisten lieten we ons terugjagen naar het vliegveld, waar we nog zeker zes
uur de tijd moesten zien te doden.
Aanstaande vrijdag maak ik mijn comeback bij
het inmiddels vermaarde B-Movie Orchestra. Ditmaal in de Amsterdamse
Westergasfabriek. Zie ik A. ook weer eens.
Klaas, ik wens jou veel succes en plezier ! Thea.
BeantwoordenVerwijderenTja was alles maar zo ¨simpel¨ op te lossen met een pilletje, zou heel wat ellende besparen. Veel plezier vrijdag, geniet er van.
BeantwoordenVerwijderenRose.