In oktober 1965 gingen mijn ouders, toen 29 en 30 jaar oud, Kees ten Holt (1935 - 1990) en Ursula Roth (1934 - 1981) uit elkaar. Mijn moeder nam mij (5 jaar oud) mee naar Israel, om zich met mij in de nieuwe heilstaat te vestigen in kibboets Lahav in de Negev. Mijn ouders schreven elkaar dagelijks, en al snel werd duidelijk dat ze moeilijk zonder elkaar konden. De volledige correspondentie (in ca. zeventig brieven) is bewaard gebleven.
(afl. 7)
Amsterdam, zondag 1 november 1965, Kees
Lieve Ursula,
Godverdomme, hoe komt het dat je mijn brieven niet krijgt? Ik heb je nu vier brieven geschreven, en vandaag hoor ik van je dat je nog geen enkel bericht van me ontvangen hebt. Ik heb Micha opgebeld om te vragen of het mogelijk is dat ze op de kibbutz post achterhouden, om wat voor verknipte reden dan ook. Hij zei me dat dit onmogelijk was, en dat er waarschijnlijk een staking bij de posterijen was.
Ik lees al je brieven zoals ik wijn drink of eet wanneer ik honger heb. Ik heb nu vier brieven van jou en twee van Klaas + een paar tekeningen, en het deed me pijn toen ik hoorde dat jullie nog niets van mij gehoord hadden. Ik dacht even dat misschien de kibbutz mijn brieven achterhield om geen heimwee bij je te kweken, daarom zet ik de naam van Jan Fontijn achterop, om te zien of je deze brief wél krijgt.
Liefje, ik houd van jou en van Klaas en denk voortdurend aan jullie. Waarom krijg je mijn brieven niet? Natuurlijk denk ik aan je. Ik schrijf je morgen weer.
Omhelsd, Kees.
Kus Klaas.
Amsterdam, november 3rd, Kees
Dear Mr. Doron
I have received several letters from Ursula and Klaas, but they do not get my letters. I have written four letters by now, and this morning Ursula wrote me that she had not yet heard anything from me. You and Ursula have frequently corresponded, before she left Holland. I have the right address, and I just don’t understand what happens to my letters.
Could you please let me know what I must do? There are many things I want to know from her, about herself and about Klaas, and I want to send her a few things. But it is no use if my mail doesn’t reach her. Is it possible that you, to make it easier for her to adept herself to her new circumstances, think it better to keep my letters apart for some time? I hope you won’t be angry with me, but I really couldn’t think of another reason for her not getting my letters. The distance is so great that I feel quite powerless. My only means of communication with her and Klaas is by letter. Will you please let me know something? If you think it better that I don’t correspond with her too frequently for the time being, I an quite willing to cooperate, but at least I want to let het know that I am alive. I hope you understand my anxiety.
Yours sincerely,
Kees ten Holt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten