Ik probeer bruikbare informatie te filteren uit alle tips en goede raad van de mensen om mij heen.
‘Hij moet op een sport, dan kan hij zijn overtollige energie kwijt. Je zult thuis geen kind meer aan hem hebben.’ S. geeft aan dat hij wel op freerunnen wil, een sport waarbij je leert de roltrap van de verkeerde kant te nemen en van gebouw naar gebouw te springen, een soort kruising tussen Jackass en de padvinderij. Ik vind het goed, schrijf hem in voor een proefles, maar hij gaat niet.
Aan mijn piano zit hij plotseling Amelie te spelen. Hij blijkt de noten zelf van het internet te hebben gedownload en hij heeft er een instructiefilmpje bij gevonden op youtube. Ik draai Satie voor hem, en als hij dat ook mooi vindt, geef ik hem de partituur.
Wil S. op pianoles?
Ja dat wil hij wel.
Bij het muziekpakhuis vind ik een superleuke leraar voor hem, maar hij gaat niet.
Zo heeft hij een tijdje gebreakdanced, op een iets ambitieuzere dansschool gezeten, maar langer dan een paar lessen hield hij het niet vol.
Ik denk ook eigenlijk dat het geen zin heeft hem iets aan te dragen. Hij moet het zelf verzinnen, en er dan zelf moeite voor doen, zodat het iets van hém wordt. Mijn ouders hebben mij als jongetje ook wanhopig op allerlei lessen gedaan omdat ze dachten dat ik ‘geen belangstelling voor de dingen om me heen’ had. Dat ik gitaar speelde was ze niet opgevallen, ze namen het in elk geval niet serieus. Achteraf bezien is dat misschien maar goed ook.
De passie die ik voor mijn gitaar had, heeft S. voor zijn laptop. Als hij thuis komt, klapt hij hem open en als ik niet ingrijp, blijft hij er achter zitten tot hij naar bed moet. Hij gamet (Skyrim), downloadt series (Breaking Bad) en kijkt filmpjes over programmatuur of wat dan ook. De hoeveelheid mij totaal onbekende programma's in zijn application map is intimiderend. Zijn Mac kan hij ook met Windows besturen, en de wifi beperkingen die ik de kinderen via de modem had opgelegd weet hij te omzeilen. Volgens de vader van zijn vriendje J. heeft hij de inlogcode van de buren gekraakt.
Dat hij een slim en getalenteerd jongetje is, is mij wel duidelijk, maar ik merk dat ik het moeilijk vind zijn computergedrag alleen maar als iets positiefs te zien. Als hij een kwart van de tijd die hij op zijn laptop zit aan zijn huiswerk zou besteden, zou hij met glans overgaan naar de derde klas, maar nu staat hij er zo slecht voor dat hij in zijn handjes mag knijpen als hij volgend jaar op een andere school in twee Havo komt.
Vanmorgen heb ik hem meegenomen naar de fietsenmaker bij ons om de hoek, en gevraagd of hij daar in het weekend aan de slag kan. Aanstaande zaterdag moet hij zich om kwart voor negen melden: ze gaan het een tijdje met hem aankijken. Zo leert hij in elk geval een vak en verdient hij ook nog wat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten