dinsdag 17 februari 2015

Uithuizig

Ik sta bij de apotheek met een receptje voor pijnstillers voor mijn rug. De telefoon gaat, het is S.
    ‘Papa, wat eten we vanavond?’
    ‘Geen idee.’ Ik moet nog boodschappen doen.
    ‘We gingen toch dim-summen?’ Ik heb inderdaad toegezegd dat we dat weer eens zouden doen, maar zeker niet vanavond.
    ‘Nee hoor. Niet vanavond.’
    ‘Mag ik dan bij V. blijven eten?’
    Ik vind het goed.
    S. gaat bijna alle weekeinden één nacht bij een vriendje logeren, en eet doordeweeks ook minstens een of twee keer bij een klasgenootje. Ik zeg bijna altijd ja, maar voel me er ook schuldig over: dat hij zo vaak weg wil, lijkt me geen goed teken, zijn broer en zus zijn veel minder uithuizig.
    Aan de andere kant: kennelijk heeft hij behoefte aan een leven buiten zijn gezin, ruimte voor hemzelf.
    Ik herken zijn onrust wel. Ik ging zelf als kind ook bijna alle avonden bij klasgenootjes op bezoek en bleef de weekeinden meestal ergens logeren. Mijn ouders zullen daar waarschijnlijk ongeveer dezelfde gevoelens bij hebben gehad. Aan de ene kant bezorgdheid: waarom gaat ons Klaasje zo vaak weg? Vindt hij het thuis niet leuk? Wat doen we fout? Wat zou hij daar allemaal uitspoken? En letten die andere ouders er wel op dat ze op tijd naar bed gaan? Hij ziet er altijd zo moe uit als hij thuiskomt. Aan de andere kant zullen ze het ook niet vervelend hebben gevonden dat ze een nacht zonder kinderen (mij) waren.
    S. is een sterke en dominante persoonlijkheid, en als hij er niet is, is de sfeer in huis heel anders. Daarmee wil ik zeker niet zeggen dat ik niet, of zelf maar minder van hem houdt, maar ik constateer het wel. Het geeft ons, zijn gezin, ook rust en ruimte.
    ‘Hoe laat kom je thuis?’
    ‘Dat weet ik nog niet. Na het eten.’
    ‘Ga je wel aan je Duits?’
    ‘Ja papa…’ Ik hoor de vermoeidheid in zijn stem. ‘Mag V. bij ons komen eten als we gaan dim-summen?’
    ‘Geef V. maar even aan de lijn.’
    ‘Waarom?’
    ‘Geef hem nou maar.’ Ik hoor wat gestommel, gedempt overleg en dan de stem van V.
    ‘Hallo V. Dit is Klaas, de vader van S. Jij bent heel goed op school toch?’
    ‘Gaat wel.’ V. houdt zich duidelijk op de vlakte.
    ’S. staat er voor Duits belabberd voor. Wil je me beloven dat jullie niet alleen maar gaan gamen, maar ook wat aan Duits doen, en dat S. een beetje helpt?’ Op dat moment wordt de verbinding verbroken en sta ik weer met mijn receptje in de Apotheek.
    

1 opmerking:

  1. je rugpijn is spanning fysio zou beter zijn dan een pilletje
    en hoe meer ik lees hoe dankbaar ik je er voor ben
    dat het overal het zelfde is of is geweest
    je houd ons een spiegel voor in het heden en het verleden
    met eigen kinderen en stiefkinderen
    en mensen die vinden dat je uit de school klapt
    en de vuile was buiten hangt
    die steken dus hun kop in het zand
    dat is pas zielig
    niets menselijk is jouw kinderen vreemd
    bij ons is het mislukt en daar doe je niets aan
    hoe goed wij onze best ook hebben gedaan
    je kunt het niet altijd blijven schuiven
    op het voortijdig overlijden van hun moeder
    hulp van hun kant werd afgewezen
    jouw ouders hebben het ook zo gedaan
    en andere zullen het ook zo doen
    je geeft voorbeelden voor anderen
    waar ze lering uit kunnen trekken
    en eventueel iets mee kunnen of aan hebben
    je doet het nog steeds met heel veel liefde
    chapeau ,ook al zeg je dat sommige dingen veranderd of aangedikt zijn
    in grote lijnen zal het waar zijn
    al kijk je alleen maar naar je eigen verleden
    beterschap
    patty

    BeantwoordenVerwijderen