Globalize the intifada
Ik denk dat er bloed gaat vloeien, misschien het onze, het mijne wel. Voor de deur van een synagoge in Manhattan staat een menigte New Yorkers ‘globalize the intifada’ te scanderen. Ik denk niet dat ze zich afvragen hoe dat voelt voor degenen tegen wie het is gericht, belijdende joden die binnen hun religie uitoefenen. Geen soldaten, terroristen, fanatici, Palestijnenhaters; gewone mensen, maar nu ineens van het verkeerde geloof, van de verkeerde soort.
Ik vind het moeilijk om te begrijpen wat die mensen daar op straat, voor de deur bezielt om zoiets te willen roepen. Een roep om geweld tegen joden over de hele wereld. Vervuld van haat tegen onschuldige medemensen, dezelfde redeloze, imbeciele haat die in de jaren dertig in Duitsland langzaam maar zeker alles begon te overheersen. Een haat die ongevoelig is voor redelijke argumenten, niet open staat voor het gesprek, een haat die bevredigd wil worden, moet worden, tot een climax wil komen, met dezelfde energie waarmee een verkrachter zijn slachtoffer niet ziet voor wat zij is, een mens, net als hij, maar alleen nog als een middel om zich te bevrijden van een gevoel dat alles overheerst, dat bevredigd moet worden, vervuld, ingelost, ontladen, ontlast. Daarna zien we wel weer verder.
Het is iets dierlijks, het legt meedogenloos bloot hoe dun het laagje menselijke beschaving eigenlijk is, zoals de aardkorst met daaronder niets dan kokende lava, hoe gemakkelijk we dat afleggen om te vervallen tot het niveau van beesten, roofdieren, kuddedieren, hoe gemakkelijk we bereid zijn onze individualiteit op te geven voor een gril, een fantasie, iets waarvan de buitenissigheid evident is, maar waarvoor de rede graag even geparkeerd wordt, iets dat - wanneer de storm weer is gaan liggen, de woede geluwd, de schaamte om de hoek komt kijken, alleen getemperd door de herinnering aan de wellust en het genot van het orgastische geweld - het nut en het belang van het verbond aantoont: tien eenvoudige regels om je aan te houden, om naar te leven. Hoe te leven. Een simpel contract.
Tot mijn verbijstering zie ik om mij heen de een na de ander ervoor vallen, vrienden, vriendinnen, weldenkend, hoog opgeleid, het mag niet baten, allemaal met diezelfde triomfantelijke blik in de ogen: wij staan aan de goede kant, wij horen bij de goede club, zijn van het goeie soort mensen; ze voelen het diep van binnen, verdwaasd als zij zijn van de veelheid aan gebeurtenissen die hun wereld - onze wereld - ineens lijken te bedreigen, grote, onbeheersbare processen, even bedreigend als onbeheersbaar, buiten onze macht vallend want geo-politiek, wereldomvattend, fundamenteel ons voortbestaan compromitterend, problemen die vaag herinneren aan oud-testamentische verhalen die toen ook de hele wereld aangingen en overspoelden, te groot voor het individu met zijn petieterige nachtmerries, schijnbaar onoplosbaar en aanleiding voor grote woede en frustratie die een uitlaadklep behoeft, een zondebok, een slachtoffer, de ander - zíj zijn het die, het komt door hén -, en ook al weten we diep van binnen hoe onzinnig het verhaal, hoe opzichtig leugenachtig, vals en slecht de aantijgingen: we lopen mee, volgen het collectief, het hangt immers in de lucht, een nieuw gevoel, gekanaliseerde woede. En als het straks allemaal achter de rug is, de grote schoonmaak weer gedaan dan is ons geweten snel gesust, want ja, we wisten immers niet beter, iedereen dacht er hetzelfde over, en kan die schuld dus uitgesmeerd, homeopathisch verdund tot bijna nul. Niet nul maar bijna nul.
vrijdag 21 november 2025
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)

Geen opmerkingen:
Een reactie posten