Douglas Adams
S. is in Utrecht voor een detox waar hij zich nogal zegt te vervelen, maar volgens de verpleegkundige die het intakegesprek deed, hem zijn zakken liet leeghalen en zijn tas binnenstebuiten keerde, is die verveling juist goed, hoort dat erbij, zorgt het ervoor dat je over jezelf gaat nadenken omdat je toch niets anders te doen hebt, ik weet het niet, misschien is het waar, maar veel te doen is er daar niet voor hem in zijn hufterproof kamer met alleen een tafel, een stoel en een bed en een eigen douche en toilet, behalve dan minecraften met zijn broer op zijn laptop, ze gamen online, en lezen in The Hitchhiker's Guide to the Galaxy van Douglas Adams dat ik hem ooit voor kerst of voor zijn verjaardag gaf, hij klinkt wel redelijk opgewekt aan de telefoon als ik hem bel om te vragen hoe het gaat, ze hebben twee keer per dag een soort groepsbijeenkomst waarbij iedereen om de beurt moet vertellen hoe zijn dag was, vertelt hij, de meesten zijn een stuk ouder dan hij en hebben een probleem met het doseren van onbelangrijke of oninteressante details, of houden er gewoon enorm van hun eigen stem te horen, S. zegt dat hij er moordneigingen van krijgt en dat hij niet begrijpt dat er niemand ingrijpt of ze onderbreekt, maar goed, het hoort er nu eenmaal bij, en je kan ook sporten of yoga doen, maar vanwege zijn A.D.D. is lang in dezelfde houding stilzitten voor hem een marteling en sport is ook niet echt zijn ding, maar gelukkig is zijn vriendinnetje al een keer langs geweest en weet hij inmiddels dat hij er tot de zeventiende kan blijven waarna hij aansluitend nog zes weken naar de Jellinek kliniek in Amsterdam gaat, terwijl hij ondertussen ook therapie krijgt, die langzaam in intensiteit en frequentie zal toenemen, hij is zelf vrij optimistisch over de nabije toekomst, tegen de arts zei hij bij het intakegesprek dat hij van plan was deelcertificaten Athenaeum te gaan halen voor wiskunde en natuurkunde om dan astronomie te kunnen studeren, iets waar ik hem al langer over hoor praten, maar of het realistisch is: wie zal het zeggen?, het klinkt in elk geval hoopvol en positief; ik probeer me zijn leven soms voor te stellen, de plekken waar hij heeft gewoond en de dingen hij in zijn jonge leven al heeft meegemaakt, de trauma’s die hij heeft opgelopen en mijn eigen aandeel daarin, ik vind het een wonder en een godsgeschenk dat hij mij niet is gaan haten of voor altijd het contact heeft verbroken, maar in plaats daarvan regelmatig thuiskomt, of mij zomaar opbelt om iets met me te delen of me muziek stuurt waarvan hij vindt dat ik die moet horen of om te vragen of ik deze of gene jazzpianist ken, hij heeft inmiddels een bizarre repertoirekennis van heel veel muziekgenres en mij ook op het spoor van van alles en nog wat gezet, en dan zit hij daar in die kamer van hem met witte muren en oranje en bruine kozijnen en plinten en een ziekenhuisbed tegen de lange muur, maar misschien moet ik er niet sentimenteel over doen, het is voor zijn eigen bestwil en bovendien heeft hij het zelf allemaal geregeld in de hoop eindelijk van de ketamine af te komen en een nieuwe start te kunnen maken, ik geloof dat hij zijn kat het ergste mist.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten