Het regent in Zuid-Frankrijk. Donkere wolken
hangen laag boven de tent. Het lot heeft ons naar een camping gebracht waar we
drie jaar geleden ook stonden. De enige plek die nog vrij is, is dezelfde van
toen. Het is een wijdse camping, en ik zie het niet meteen, maar wanneer we bij
het kantoortje staan krimpt mijn hart ineen.
Ik ben alleen met de kinderen. Ze voelen mijn
angst, mijn onzekerheid en mijn verdriet. Het maakt ons ongedurig. En – als
gezegd – het regent.
Omdat ik hoop dat aan de andere kant van de
Pyreneeën de zon zal schijnen, besluiten we naar San Sebastiaan te gaan. Ik
meen me te herinneren dat dat drie jaar geleden ook het geval was.
Ik vraag me af waarom ik dit doe. Het doet
zo’n pijn. Is het zelfkwelling, zelfmedelijden? Ik moest en zou hier naar toe.
Het is een klein uurtje van Herm naar de
Spaanse grens. Ik weet niet waarom, maar er valt een last van me af. Ik hou
niet van Frankrijk. Niet van de taal, niet van de keuken, niet van de Fransen.
In Spanje voel ik me thuis.
Het is iets in de kleuren, in het licht, iets
in het perspectief dat zich er lijkt te verbreden. De mensen kijken anders. In
Frankrijk voel ik me altijd bekeken, gewogen. In Spanje verdwijn ik, los ik op.
Ik weet precies waar ik heen wil. Die ene
tapas bar, in een steegje uitkomend op de kerk. Eén lange bank langs de muur,
achterin een paar eenvoudige houten tafels en de bar helemaal volgestapeld met
‘pintxos’ zoals je ze nergens anders krijgt. Je neemt wat je wilt en rekent af
met de houten prikkertjes die overblijven op je bord. Een zaak van vertrouwen.
We zitten naast elkaar met onze bordjes op
schoot; de muur achter ons behangen met vergeelde posters van helden uit de
zestiger jaren: Toreadors in de arena.
En plotseling realiseer ik me: hier komt alles
samen. Wij, ons kleine gezinnetje, ver van huis, los van alle balast, alle
zorgen, ambitie. Spanje, de taal, de mensen en het ongelofelijke eten. Hier
vonden we wat we zochten, hier waren we compleet.
Ik weet het zeker; als Bibian ooit echt
volmaakt gelukkig is geweest, dan was het hier, in restaurant Casa Alcalde met
ons, haar familie.
Ik probeer het de kinderen uit te leggen, maar
die worden teveel afgeleid door het enorme televisiescherm waarop zich een
Spaanse versie van GTST afspeelt.
‘Zullen jullie je het herinneren, jongens,’
benadruk ik. ‘Beloven jullie me dat.’
‘Ja,’ knikken ze braaf. Ze zullen het zich
herinneren.
Drie mensen waar ik het allermeest van hou,
met een oversentimentele vader.
Ze zullen het zich herinneren.
Lieve klaas,
BeantwoordenVerwijderenPff, ik ken je alleen maar van jullie blogs, maar toch:
Lieve Klaas,
Ze zullen het zich herinneren!
Knuffel, Mirjam
Heb even geen woorden Klaas, alleen ontroering!!
BeantwoordenVerwijderendat is THUIS komen.
BeantwoordenVerwijderen