Ciclo
Toen ik in 2004 mijn appartement aan de Johannes Vermeerstraat betrok, bracht ik mijn fiets voortaan naar rijwielhandel en fietsenmaker Ciclo in de Ruysdaelstraat, tegenover café Loetje (van de paardenbiefstukaffaire).
Ciclo werd eeuwig bestierd door Paul en Wil, beiden nooit om een praatje verlegen, en bevolkt door een nogal divers team van hulpfietsenmakers van wisselende kwaliteit en soms wat aan de erg jonge kant. Zo werkte mijn middelste zoon er een jaar, zogenaamd om het vak te leren, maar vermoedelijk ook omdat Paul en Wil, begaan met de buurt als zij waren, wisten dat fietsen repareren soms een goede therapie kan zijn voor pubers met hun ziel onder de arm.
Een paar deuren verder zat een Bulgaarse supermarkt die lekkere broodjes verkocht en waar het ook altijd gezellig was met aanloop van buurtgenoten. Nog wat verder had je De Zaailing, een antroposofische winkel met iets te duur antroposofisch kinderspeelgoed, maar verder wel vriendelijke mensen.
Toen Paul van Ciclo een jaar geleden stopte met werken, moest Wil de winkel voortaan alleen bestieren. Dat ging prima, totdat de nieuwe huisbaas, een overzeese projectontwikkelaar die langzaam maar zeker het hele blok in handen had gekregen er lucht van kreeg dat Paul was vertrokken. Wil werd op kantoor ontboden en kreeg te horen dat omdat Ciclo nu een eenmanszaak was, de rechtsvorm van het bedrijf was gewijzigd en als gevolg daarvan het oude huurcontract niet meer van toepassing. Geen speld tussen te krijgen. Wil mocht best fietsen blijven repareren, maar vanaf nu zou de huur vier keer zo hoog worden.
Dat was afgelopen november.
Wil vroeg of hij dan tenminste tot het nieuwe jaar mocht blijven, dan zou hij per 1 januari vervroegd met pensioen gaan. Met de oude huur redde hij het tot nog toe net, maar de nieuwe huur kon hij onmogelijk voldoen. De projectontwikkelaar lachte hem vierkant uit, gunde hem zijn laatste anderhalve maand; einde Ciclo.
Inmiddels zijn ook de Bulgaarse supermarkt en De Zaailing verdwenen. In het hele blok staan er winkelpanden leeg met lelijke, schreeuwerige raamadvertenties om nieuwe huurders te lokken; ook wordt er constant verbouwd. Soms zit er kortstondig iets vaags om dan weer te verdwijnen. Alleen de voorbeeldige gitarenhandel Sacksioni houdt dapper stand, maar ik hou mijn hart vast.
Dat het stadsbeeld verandert lijkt me normaal, dat winkels en bedrijfjes komen en gaan eveneens, maar dan wel vanuit de behoefte van de bewoners en bestierd door mensen uit de buurt, of in elk geval uit de stad. Nu zijn complete wijken in handen van mensen die geen enkele affiniteit met de buurt of de stad hebben, vaak grote Chinese of Amerikaanse projectontwikkelaars met maar een doel: geld verdienen en nog meer geld verdienen. Dat hebben we o.a. te danken aan het liberale beleid van linkse jongen en burgemeester Eberhard van der Laan die het buitenlandse investeerders en expats zo aantrekkelijk mogelijk wilde maken om in Amsterdam neer te strijken. Daar zouden we allemaal beter van worden.
Als ik tegenwoordig boodschappen ga doen op de Albert Cuypmarkt ben ik snel weer thuis, geen tussenstop meer om een praatje te maken over de verloedering van de buurt, de expats met hun eeuwige verbouwingen en die verdomde projectontwikkelaars.
Volslagen idiote huren worden daar gevraagd inderdaad. Ik ging daar ook informeren omdat ik wegens renovatie van het pand waar mijn boekwinkel inzit 1,5 jaar naar iets anders moet omkijken. 9x de huur die ik nu betaal. Ik dacht het niet.
BeantwoordenVerwijderen