dinsdag 14 februari 2023

In april, mei en juni 1989 speelde ik met mijn gitarenseptet The Seven Slowhands een reeks concerten in de Sovjet Unie, Mongolië, de Volksrepubliek China en Indonesië. We speelden muziek die ik speciaal had gecomponeerd voor het septet dat bestond uit gitaristen Vincent van Warmerdam, Corrie van Binsbergen, Edwin Ligteringen, Franky Douglas, Hans Croon, John van der Veer en mijzelf. Ik hield een dagboek bij.

27 april
De langste dag van mijn leven. ’s Morgens weet ik nog steeds niet of we wel vanuit Irkutsk naar Ulan Bator kunnen reizen. August zal vanuit Amsterdam proberen te doen wat hij kan en Masja heeft om twee uur een afspraak met Aeroflot om hetzelfde te proberen. Het probleem is dat iedereen er vanuit was gegaan dat onze vlucht naar Ulan Bator met roebels betaald kon worden en onze gastorganisatie, de Irkoetskse jazzrockclub had daar een bedrag van 900 roebel voor gereserveerd. Nu is er plotseling een telex van het ministerie van financiën uit Moskou gekomen dat er alleen met dollars betaald mag worden. Er blijkt niets aan te doen, ook al zeggen we dat we geen dollars hebben, dat dit niet de afspraak is, dat er drie Nederlandse journalisten met onze groep meereizen, de Russen blijven onvermurwbaar. Het kost $ 1.270,- plus commissie voor elke cheque. Iedereen raakt behoorlijk in paniek door de onzekerheid en de slechte organisatie.
    ’s Morgens ga ik alleen de stad in om een nieuw fototoestel te kopen en ik vind een redelijk Sovjetmodel voor negentig roebel; zo heb ik toch nog wat aan mijn geld. Ik ga opnieuw naar de synagoge, maar die is gesloten. Het is gaan sneeuwen en de stad is wit. Terug in het hotel is het wachten op Masja die vanuit Aeroflot zal bellen of het misschien toch nog lukt onze reis met roebels te betalen.
    De jazzrockclub heeft voor ons een concert georganiseerd in The institute of foreign languages. De zaal is wederom maar half vol en er spelen nog andere groepen die volgens de Russen zeer professioneel zijn. Ik kan alleen met de grootste moeite zeggen dat ik het mooi vind.
    Masja komt met slecht nieuws en de groep begint te morren. Ze willen niet meer spelen en eigenlijk het liefste terug naar huis.
    We spelen toch en door alle spanning geven we een fantastisch concert. Het publiek is laaiend enthousiast en een dikke Russin komt ons na afloop bloemen aanbieden. (twee boeketten te weinig)

    Na het optreden is er grote behoefte aan wodka, al moeten we morgen vroeg op. Er worden vijf flessen gekocht en we verzamelen (zoals tot nog toe iedere avond) op de kamer van onze gastheren Boris en Spartak; dan hoeven wij niet in de stank te slapen.
    Een groep Mongoolse studenten komt ons gezelschap houden. Zij hebben ook wodka en cognac. Omdat één van hen gitaar speelt, ga ik mijn gitaar halen. Zij zingen Mongoolse liefdesliedjes en daarna doen wij Beatleliedjes. Iedereen is door het dolle heen. Een van de Mongolen is jarig, dus zingen wij Happy birthday dear Mongol, happy birthday to you!
    Om half twee ga ik naar bed en ben meteen vertrokken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten