Boerkaverbod
‘Ben jij voor het boerkaverbod?’ vraagt dochter.
Ik weet het niet zo goed. Ik vind een boerka als uiting van het behoren bij een groep behoorlijk extreem en intimiderend. Iemand met een kruis om haar nek of een davidster kun je nog gewoon aanspreken of iets vragen op straat, in de bus of de tram, maar een vrouw in een boerka nodigt daar niet meer toe uit. De boodschap is: ik wil geen deel uitmaken van jullie samenleving, ik wil zelfs niet gezien worden, niet aangeraakt, geen oogcontact hebben, niets.
Het dragen van een boerka is voor vrouwen niet verplicht volgens de islam en is alleen gebruikelijk in streng islamitische kringen. In een boerka kun je je nauwelijks zonder begeleiding voortbewegen omdat je zicht enorm beperkt is.
Bijkomend probleem is dat het nog maar de vraag is of de draagsters ervan dit wel altijd vrijwillig doen of dat het ze wordt opgelegd door hun man of hun familie. Streng islamitische milieus zijn over het algemeen patriarchaal, vrouwonvriendelijk, vrouwonderdrukkend, net zoals de meeste andere orthodoxe milieus, en vormen een soort autonome samenleving binnen de samenleving. De vrouw is het bezit van de man, heeft geen enkel zelfbeschikkingsrecht, mag vaak niet zonder begeleiding van een man haar huis uit.
Dan is het ook nog zo dat je van iemand in een boerka niet kunt zien of het een vrouw of een man is, of de drager misschien iemand anders is dan zij zich voordoet. Je kunt je afvragen hoe erg dat is, of hoe belangrijk, maar ongemakkelijk is het wel. Als we allemaal een masker zouden dragen, zou dat het einde van onze samenleving zijn. Aan de andere kant: wat levert een verbod de samenleving op? Wie wordt daar beter van?
‘Ik geloof van wel,’ antwoord ik toch maar. Ik voel me grieperig en heb geen zin in dit gesprek. Nog geen tien jaar geleden zou ik dit nooit hebben gezegd, maar vandaag wel. ‘Ik zou me zelf in elk geval ontzettend oncomfortabel voelen in zo’n ding.’
‘Dus jij denkt te weten hoe het voor een vrouw is om een boerka te dragen?’
‘Volgens mij is het niet zo heel moeilijk om je dat voor te stellen.’
‘Dat is mansplaining, papa. Typisch het gedrag van een man die denkt wel even te weten hoe het is om een vrouw te zijn.’
‘Dat zeg ik toch niet? Ik denk alleen dat ik me wel kan voorstellen hoe het is om in zo’n ding te moeten lopen. Zou jij in een boerka willen lopen?’
‘Daar gaat het niet om. Dat boerkaverbod is weer typisch zo’n door mannen bedacht ding om vrouwen te verbieden zelf over hun kleding te beschikken.’
‘Ik denk niet dat er veel vrouwen zijn die als ze de keuze hadden zo’n ding zouden willen dragen.’
‘Mansplaining, papa. Dat kan jij helemaal niet weten.’
‘Papa heeft gewoon een probleem met de islam,’ zegt S. die eieren heeft gebakken en nu in zijn onderbroek aan tafel is komen zitten.
‘En een rare obsessie met Israël.’
'Dat heeft hier helemaal niets mee te maken!'
‘Ga jij straks nog boodschappen doen?’ vraagt oudste zoon die nu ook aan tafel is komen zitten. ‘Er is geen koffie meer en de melk is ook op.’
‘Misschien dat een van jullie even naar de Albert Heijn kan gaan? Ik voel me grieperig vandaag, ik blijf liever thuis.’
‘Waarom kijk je míj daarbij aan? Zeker omdat ik een meisje ben?’
‘Jij zit naast me op de bank. Ik kan toch godverdomme niet naar jullie alledrie tegelijk kijken?’
‘Mansplaining, papa.’
De digitale Sheherazade
Blog van Klaas ten Holt
dinsdag 21 oktober 2025
maandag 20 oktober 2025
I’m waiting for my man
‘Hoi S., moet je niet eens wakker worden? Je hebt vandaag toch een afspraak met je neuroloog vanwege je epilepsie?’ S. heeft sinds een paar jaar af en toe epileptische aanvallen, vermoedelijk vanwege zijn drugsgebruik.
‘Hoe laat is het?’
‘Half twaalf. Hoe laat heb je die afspraak?’
‘Ik zal zo wel even kijken. Vanmiddag geloof ik.’
‘Iets anders: vandaag krijg je toch je weekgeld van budgetbeheer?’
‘Is het maandag vandaag?’
‘Ja. Hoeveel krijg je eigenlijk?’
‘Honderd euro.’
‘Maar daarvan moet je je dealer afbetalen, toch?’
‘Ja.’
‘Hoeveel.’
‘Deze week alles.’
‘Maar dan heb je dus geen geld voor boodschappen.’
‘Nee.’
‘Hoe ga je dan aan eten komen?’
‘Weet ik niet.’
‘En hoe gaan we er voor zorgen dat je niet meteen weer ketamine op krediet gaat kopen?’
‘Ik kan proberen dat niet te doen.’
‘Denk je dat dat gaat lukken?’
‘Weet ik niet.’
‘Heeft het zin als ik met je mee ga?’
‘Nee. Dat gaat niet echt.’
‘Kun je die honderd euro niet naar je dealer overmaken? Of kan hij je een tikkie sturen?’
‘Nee, zo werkt dat niet.’
‘Kun je hier in de buurt met hem afspreken? Misschien kan ik met je meegaan?’
‘Ik kan wel op het Museumplein afspreken. Dan kan jij ergens op een bankje gaan zitten. Maar samen kan niet.’
‘Maar die dealer komt natuurlijk niet op tijd.’
‘Nee, meestal zit ik wel een uur te wachten, inderdaad.’
He's never early, he's always late, first thing you learn is you always gotta wait, I'm waiting for my man.
Ik voel me ziek, grieperig. Ik ga niet een uur met S. op het Museumplein op zijn dealer zitten wachten. Dit is niet wat ik me van het hebben van kinderen had voorgesteld. Ik heb vanmorgen al geprobeerd zijn behandelaar bij Fact te bereiken, zijn behandelaar bij Jellinek, maar die geven niet thuis. Misschien bellen ze me later op de dag nog terug, maar ik vermoed dat ze toch niets kunnen doen. Ik moet geduld hebben, hij staat op de wachtlijst, hij is niet de enige. En ondertussen hopen dat hij tegen de tijd dat hij aan de beurt is nog leeft, geen onherstelbare schade aan zijn lichaam heeft toegebracht.
Ik ga oudste zoon dan maar voor de tweede keer wakker maken. Hij heeft vanmiddag een wiskunde tentamen, ik weet niet hoe zoiets werkt, maar misschien is het een goed idee als hij de stof nog een keer doorkijkt? Hij mompelt wat en draait zich weer om. Ik trek de deur zachtjes achter me dicht.
Ondanks alles werk ik toch nog een uur of twee aan Die Juden, mijn opera in wording. Discipline is niet mijn grootste probleem, op de een of andere manier lukt het me om me te concentreren en me te realiseren dat het uiteindelijk toch hún problemen zijn, dat zij hun eigen leven moeten leiden, dat niet alleen maar een afgeleide van het mijne is, dat ze ook buiten mij bestaan, in hun eigen universum dat waarschijnlijk net zo absurd en onbetekenend is als het mijne.
zondag 19 oktober 2025
Stemadvies
Dit is uw persoonlijk stemadvies opgesteld na een uitgebreide analyse van de door u verstrekte antwoorden en de programmatische context.
Uit uw antwoorden blijkt een duidelijke voorkeur voor een samenleving waarin sociale rechtvaardigheid, een krachtige publieke sector en ambitieus klimaatbeleid centraal staan. U hecht waarde aan betaalbaar wonen, een eerlijk inkomen voor iedereen en een zorgstelsel dat voor iedereen toegankelijk is. Daarnaast toont u een sterke betrokkenheid bij dierenwelzijn en een progressieve ethische houding ten aanzien van persoonlijke vrijheden. Uw keuzes wijzen op een visie waarbij de overheid een sturende rol heeft in het aanpakken van maatschappelijke problemen en het beschermen van kwetsbaren. De partij die het beste aansluit bij deze waarden is GroenLinks/PvdA.
Volledige analyse
Matchscores per partij:
GroenLinks/PvdA: 60%
BIJ1: 35%
Partij voor de Dieren: 30%
Volt: 15%
SGP: 10%
Basishouding van de ondervraagde over maatschappelijke thema's:
Uw antwoorden schetsen het beeld van een persoon met een uitgesproken progressieve en sociaal-economische oriëntatie. U geeft prioriteit aan een robuust sociaal vangnet en de herverdeling van welvaart, wat blijkt uit uw voorkeur voor een hoger minimumloon, gekoppeld aan uitkeringen en AOW, en een belasting op kapitaal zoals een miljonairsbelasting. De zorg moet in uw visie publiek georganiseerd zijn, met het terugdringen van marktwerking en behoud van regionale voorzieningen. Ook vindt u dat het eigen risico afgeschaft moet worden.
Op het gebied van klimaat en milieu kiest u voor ambitieuze doelen, zoals een aanzienlijke investering in klimaatbeleid en een forse krimp van de veestapel, wat duidt op een diepe zorg voor de planeet en dierenwelzijn. Uw inzet voor betaalbare woningbouw, huurbevriezing en een nationaal isolatieplan onderstreept uw visie op wonen als een basisrecht.
Internationaal gezien toont u een voorkeur voor een sterke defensie, maar wel gefinancierd door de rijksten, en met onverminderde steun aan Oekraïne. Tegelijkertijd bent u kritisch op bepaalde internationale conflicten, wat blijkt uit uw keuze voor "Geen van deze" bij de vraag over internationale conflicten en mensenrechten, wat kan duiden op een genuanceerde of afwijkende mening dan de voorgestelde opties. Ethisch gezien bent u een voorstander van zelfbeschikking, met een pleidooi voor het uit het Wetboek van Strafrecht halen van abortus en steun voor euthanasie bij ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Opmerkelijk is uw prioriteit voor het behoud van de politieke functies van de Koning en tegen het afschaffen van de Eerste Kamer, wat een meer traditionele kijk op democratische structuren suggereert.
Prioritair gemaakte keuzes en bijbehorende partijen:
U heeft de volgende onderwerpen als prioritair aangemerkt en hiervoor de volgende keuzes gemaakt:
Klimaatbeleid: U heeft gekozen voor een aanpak die inzet op 5% van het BBP voor klimaat en natuur, een 75% krimp van de veestapel en een verbod op vervuilende transportmiddelen. Deze keuze past bij Partij voor de Dieren.
Woningmarkt: Uw prioriteit ligt bij het bouwen van 1 miljoen woningen met de nadruk op betaalbaarheid en een bevriezing van de huren. Dit sluit aan bij de standpunten van GroenLinks/PvdA.
Minimumloon en inkomensbeleid: U geeft de voorkeur aan een verhoging van het minimumloon naar €18 per uur, met gekoppelde stijging van uitkeringen en AOW, en een miljonairsbelasting. Dit is een kernpunt van GroenLinks/PvdA.
Zorgstelsel en eigen risico: Uw prioriteit ligt bij het publiek organiseren van de zorg en het terugdringen van marktwerking. Deze visie wordt gedragen door GroenLinks/PvdA.
Defensie en internationale samenwerking: U kiest voor het verhogen van de uitgaven aan defensie naar 3,5% van het BBP, gefinancierd door de rijksten, en onverminderde steun aan Oekraïne. Dit standpunt komt overeen met dat van GroenLinks/PvdA.
Migratie- en asielbeleid: U heeft als prioriteit gesteld een humaan EU-beleid met solidaire verdeling, kleinschalige opvang, snelle procedures en recht op werk en onderwijs vanaf dag één. Dit past bij Volt.
Ethiek en persoonlijke vrijheden: Uw prioritaire keuze voor zelfbeschikking, het uit het Wetboek van Strafrecht halen van abortus en steun voor euthanasie bij ondraaglijk en uitzichtloos lijden, komt overeen met de standpunten van BIJ1.
Landbouw en dierenwelzijn: U prioriteert het fors krimpen van de intensieve veehouderij, indien nodig met dwang, en het juridisch steviger verankeren van de rechten voor natuur en dieren. Dit past bij GroenLinks/PvdA.
Democratische hervormingen: Uw prioritaire keuze voor het behoud van de politieke functies van de Koning en het tegen zijn van het afschaffen van de Eerste Kamer, komt overeen met de standpunten van de SGP.
Internationale conflicten en mensenrechten: U heeft hier gekozen voor "Geen van deze", wat betekent dat geen van de voorgestelde opties volledig aansluit bij uw voorkeur.
Stemadvies:
Op basis van uw antwoorden past partij GroenLinks/PvdA het beste. Uw voorkeuren voor een sterke verzorgingsstaat, ambitieus klimaatbeleid en een eerlijke verdeling van welvaart vinden een duidelijke weerklank in hun programma.
Hoewel GroenLinks/PvdA de hoogste matchscore heeft, matchen uw antwoorden ook goed met partij BIJ1 (35%) en Partij voor de Dieren (30%).
De verschillen tussen deze partijen liggen in de mate van radicaliteit en focus. GroenLinks/PvdA combineert een sterke sociaal-economische agenda met klimaatambities en een pragmatische benadering van defensie. Bij BIJ1 vindt u een nog radicalere insteek op economische hervormingen, met een pleidooi voor een 30-urige werkweek, maximumprijzen en een volledige afschaffing van de vrije huursector. Ook op het gebied van defensie staat BIJ1 voor het verlaten van de NAVO en het omzetten van het defensiebudget in een vredesfonds, wat afwijkt van uw geprioriteerde keuze voor GroenLinks/PvdA. Partij voor de Dieren legt een nog grotere nadruk op dierenwelzijn en natuur, met een zeer forse krimp van de veestapel en het expliciet vastleggen van dierenrechten in de Grondwet, en de inzet van 5% van het BBP voor klimaat en natuur.
Uw geprioriteerde keuze voor het klimaatbeleid, waarbij 5% van het BBP naar klimaat en natuur gaat en de veestapel met 75% krimpt, sluit uitstekend aan bij Partij voor de Dieren. Uw keuze voor ethiek en persoonlijke vrijheden, met een focus op zelfbeschikking en het uit het Wetboek van Strafrecht halen van abortus, komt overeen met BIJ1.
Opvallend is uw geprioriteerde keuze voor democratische hervormingen, waar u het behoud van de politieke functies van de Koning en het tegen zijn van het afschaffen van de Eerste Kamer kiest, wat overeenkomt met de SGP en daarmee een meer traditionele lijn volgt dan de andere door u gekozen partijen.
zaterdag 18 oktober 2025
AA-Drank
S. ligt al de hele dag in bed, ziek van de nawerking van de ketamine. Hij mag op vrijdag en zaterdag bij mij slapen op voorwaarde dat hij dan niet gebruikt, maar daar houdt hij zich niet aan, daarvoor is hij al veel te ver heen.
‘Ga je nog boodschappen doen?’ vraagt hij, ‘kun je dan misschien AA-Drank voor me meenemen?’ AA-Drank, paracetamol en een warme kruik, ik geef het hem allemaal.
‘Steek je je niet in de schulden, zolangzamerhand?’
‘Wel een beetje, ja.’
‘Hoeveel dan?’
‘Driehonderd euro.’ Ik vrees dat het misschien veel meer is.
‘Wie heeft je dat dan voorgeschoten?’
‘Mijn dealer.’
‘En hoe betaal je hem terug?’
‘Van mijn weekgeld.’
S. krijgt wekelijks een vast bedrag van budgetbeheer om boodschappen van te doen.
‘Maar dan kun je geen boodschappen meer doen?’
‘Ik eet thuis ook bijna niets meer. Ik heb sowieso geen honger als ik gebruik.’
Ik geef hem een nieuwe kruik en trek de deur van zijn kamer achter me dicht zodat het net lijkt of hij er niet echt is, of dit niet echt gebeurd. Gisteravond laat stond S. in zijn onderbroek in de keuken om thee te maken. ‘Gaat het weer een beetje,’ vroeg ik. Hij kon nauwelijks antwoorden. 'H-h-h-het k-komt wel weer goed. St-straks wordt ik opgenomen.’ Als ik naar hem kijk, vind ik het moeilijk er in te blijven geloven. Hij is zo ver weg, en tegelijk zo dichtbij. Ik probeer Bibian aan te roepen en mijn eigen moeder, die moeten ook maar eens hun invloed aanwenden, als ze nog ergens zijn, maar ik geloof er niet echt in. Was er maar iemand die ik kon bellen, iemand die me kon vertellen wat ik moest doen, een reddende engel. Maar ik weet niemand, ken niemand. Dus bel ik de crisisdienst maar.
‘Het gaat om mijn zoon, mevrouw.’
‘Geboortedatum?’
‘Ik maak me echt grote zorgen, ik snap niet waarom hij niet wordt opgenomen.’
‘Hij staat op de wachtlijst meneer, meer kunnen we niet doen.’
‘Kunt u zien hoe lang dat nog gaat duren?’
‘Ik verwacht niet heel lang meer, twee of drie maanden hooguit.’
‘Over twee of drie maanden is hij dood, mevrouw. Hij gebruikt tussen de drie en vijf gram ketamine per dag en hij eet niet meer.’
‘Ik raad u aan maandag zijn behandelaar te bellen.’
‘Welke behandelaar? Van Fact, van Jellinek of van het N.P.I.?’
‘Ik wens u veel succes. Fijne avond.’
Oudste zoon heeft deze week vier tentamens en wil daarom absoluut niet dat S. bij ons logeert. Dat had ik hem ook beloofd, alleen weet ik nu niet meer of ik het nog wel kan waarmaken. Ik kan S. toch moeilijk morgen ijskoud de deur wijzen? Aan de andere kant wil ik niet opnieuw gedwongen worden zijn therapeut, behandelaar en verzorger te zijn. Het groeit me boven het hoofd en het helpt ook niet: hij gebruikt gewoon toch, het maakt niet uit wat ik zeg of doe, alleen professionele hulp kan hem misschien nog redden.
‘Ik wil hem niet kwijt,’ zeg ik tegen oudste zoon, die me niet hoort omdat hij met een koptelefoon op wiskunde zit te doen. ‘Ik hou van hem.’
vrijdag 17 oktober 2025
Klassenverschil
We zitten met z’n drieën aan tafel, oudste zoon, dochter en ik. S. zou ook komen maar voelt zich te ziek vanwege overmatig ketamine gebruik, gisteren. Aan de telefoon zegt hij dat ik me geen zorgen hoef te maken, binnenkort start zijn behandeling, hij is hoopvol, het zal zeker goed komen. Dat heb ik hem nog niet eerder horen zeggen, het klinkt meer als een formule dan als iets dat hij echt denkt of hoopt.
‘Dat denk ik ook, S.’ zeg ik maar. ‘Het komt allemaal goed.’
We eten niet zo vaak met z’n drieën, en dan gaat het al snel over vroeger, toen mama nog leefde.
‘Ik begrijp niet waarom jullie ons op de Daltonschool hebben gedaan,’ zegt oudste zoon. ‘Wij pasten daar helemaal niet.’
‘Ik vond het er eigenlijk best leuk,’ zegt dochter.
‘Het mengde gewoon niet,’ meent oudste zoon. ‘Wij zaten daar tussen al die rijkeluiskinderen die de meest absurde vakanties hielden, terwijl wij met onze ouwe Mercedes Vito in Spanje moesten kamperen.’
‘Kasten van huizen,’ bevestigt dochter.
‘Met standaard een kookeiland met de allernieuwste zespits Smegfornuizen, Amerikaanse ijskasten, de duurste koksmessen, keukengerei, pannen en een slecht Nederlands pratende, Filipijnse au-pair die heel soms tomatensaus uit een pakje klaarmaakte, maar meestal Sushi of Pizza liet komen. Je zag meteen dat daar nooit gekookt werd.’
‘Wel heel vaak Sushi en pizza gegeten, toen,’ zegt oudste zoon. ‘Dat is dan weer het voordeel.’
‘Maar we hoorden er nooit echt bij.’
Ik kan het niet ontkennen. Ik voelde me ook altijd ongemakkelijk op het schoolplein of op klassenborrels. Het waren eigenlijk altijd meta-gesprekken om het klassenverschil te verbloemen. En het was ook heel duidelijk dat wij bij sommige gelegenheden welkom waren, maar bij andere niet. Echte vriendschap wordt dan onmogelijk, het ongemak en de gêne zit ongetwijfeld aan beide kanten.
‘Weet je wat jij moet doen?’ kreeg ik dan te horen, ‘jij moet nú vastgoed kopen op Bali. Nu is het daarvoor echt het beste moment.’
Bali? dacht ik, dat is toch een eiland? Wat moet ik daar in godsnaam?
‘Op het Amsterdams was het eigenlijk net zo,’ zegt oudste zoon.
‘Jij wilde er zelf naar toe.’
‘Ja, hallo, ik was twaalf. Wist ik veel.’
Hij heeft natuurlijk gelijk. Maar wij hoopten ook dat het onze kinderen iets zou bieden, een kans om het misschien beter te krijgen dan wij. We realiseerden ons dat het hebben van een relatief klein inkomen niet per se voor iedereen een goed idee hoeft te zijn. Dat ze door de contacten die ze daar zouden opdoen later misschien kansen zouden krijgen die ze anders niet zouden krijgen. Maar we voelden ons er ook ongemakkelijk bij. Ik denk dat mijn eigen ouders mij ooit met dezelfde overwegingen op de Amsterdamse Montessorischool deden; daar voelde ik me ook niet thuis, al duurde het nog een hele tijd voor ik me realiseerde waarom.
‘Het is wel de beste vooropleiding als je Amsterdam-Zuid-moeder wilt worden,’ zegt dochter, die een kater heeft van de vele borrels op haar studentenvereniging.
Als we klaar zijn met eten komt S. binnen. Het gaat gelukkig alweer iets beter dan vanmiddag. S. gaat met dochter en oudste zoon roken in het trapportaal bij het open raam.
Ondanks alles zijn ze elkaar in elk geval niet kwijtgeraakt.
donderdag 16 oktober 2025
Bolognese
We eten Bolognese. Ik weet dat het niet oudste zoons lievelingsgerecht is, maar ik kan niet altijd met iedereen rekening houden. Hij eet sowieso slecht.
‘Er zijn allerlei problemen met de ontwikkeling van A.I.,’ vertelt hij als ik hem pasta opschep. ‘Ze geven A.I. dan bijvoorbeeld de opdracht om iets op een bepaalde nieuwe manier te doen en dan beloven ze het niet te zullen controleren. Dat doen ze dan natuurlijk toch, en dan blijkt dat A. I. het gewoon op de oude manier blijft doen.’
‘Maar waarom dan?’
‘Dat weten ze dus niet. Maar A.I. neemt dus zelfstandig beslissingen, houdt zich niet aan de opdracht.’
‘Maar dat moet A.I. ergens geleerd hebben of afgekeken,’ zeg ik, ‘A.I.kan toch niets zelf verzinnen?’
‘Dat is niet duidelijk. Als ze A.I. een virtueel notitieblok geven om haar overwegingen in te noteren, blijkt dat A. I. daar dingen in schrijft als: dat kunnen ze wel willen, maar ik doe het toch gewoon zoals ik het eerst deed.’
Van het gebruik van A.I. komen we op zoekmachines. Hij legt uit dat de Google zoekmachine die eerst alleen maar groeide, uiteindelijk haar plafond had bereikt.
‘En bedrijven willen natuurlijk eeuwig blijven groeien, iets anders kennen ze niet.’
‘Om toch nog meer zoekopdrachten te generen hebben ze toen bedacht dat ze gebruikers niet meer bij hun eerste zoekopdracht het goede antwoord zouden geven, maar alleen een stukje daarvan, zodat ze dan dus verder moeten zoeken. Daarmee genereerden ze een enorme toename van zoekopdrachten, alleen is Google nu wel klantonvriendelijker geworden.’
Ik had er nooit bij stilgestaan, maar het was me inderdaad al opgevallen dat ik de laatste tijd meer moeite moet doen om iets te vinden, of dat er dan dingen tussen zitten die volkomen irrelevant lijken.
‘En ze maken nu dus ook filmpjes die niet meer van echt te onderscheiden zijn.’
Ik weet het. Politieke partijen maken er misbruik van, met A.I. kunnen ze hun ideeën zichtbaar maken, ook als die niet realistisch zijn.
‘We gaan toe naar een nieuwe realiteit,' zeg ik, 'waarin de waarheid, als die al zou bestaan, een steeds kleinere rol zal gaan spelen. Maar het wordt overal voor gebruikt. Ze kunnen nu oude twee-sporenopnamen van The Beatles uit elkaar trekken, alle instrumenten apart een plek geven en opnieuw, naar de mores van vandaag mixen.’
‘Ik geloof niet dat ik daar een probleem mee heb.’
‘Ik wel. Die rare extreme stereomixen van hun zijn wel de mixen die zij toen hebben gemaakt, daar zitten ook artistieke beslissingen bij die je dan niet respecteert.’
‘Maar zij zouden het nu zelf toch ook niet meer op die manier hebben gedaan?’
‘Nee, maar toen wisten ze niet beter. Ze wisten niet dat het ooit anders zou zijn, ze werkten met de technologie van hun tijd. Het is misschien een beetje hetzelfde als Beethoven op een moderne vleugel spelen en dan zeggen dat hij het zelf ook zo gewild zou hebben als die in zijn tijd tijd hadden bestaan. Dat weten we niet, en daarbij: we weten ook niet wat er straks nog allemaal uitgevonden gaat worden dat onze blik en ons perspectief opnieuw zal veranderen. Laten we liever de muziek van nu op het instrumentarium van nu spelen, en van die van vroeger in elk geval beide versies naast elkaar laten bestaan.’
‘Dus vindt dat Bach op een klavecimbel moet worden gespeeld?’
‘Was jij af? Ik heb boodschappen gedaan en gekookt.’
woensdag 15 oktober 2025
Kunstonderwijs
Vroeger ging ik soms nadat ik had lesgegeven in Groningen ergens wat eten voordat ik naar huis reed, en een enkele keer vroeg ik dan een student mee, meestal degene die ik die dag het laatste uur op les had gehad. Dat was altijd gezellig, ik bewaar er goede herinneringen aan.
Ik denk namelijk dat het contact tussen leraar en student bij een kunstopleiding open en persoonlijk moet zijn. Kunst heeft natuurlijk een ambachtelijke kant, en daarvoor hoef je elkaar niet per se goed te kennen, maar voor de inhoudelijke kant is dat volgens mij wel degelijk belangrijk. Het gaat in de les niet alleen om het werk van de student en de problemen waar zij op dat moment misschien mee worstelt, maar ook om het ontwikkelen van een opvatting over kunst, een poëtica, en dat raakt aan hoe je over kunst in het algemeen denkt, maar ook aan hoe je in het leven staat.
Ik denk dat het voor de student goed is om om te begrijpen waarom een docent bepaalde dingen belangrijk vindt, en dat kan alleen wanneer zij hem beter kent dan alleen als een soort vat van kennis zonder enige persoonlijkheid, maar als iemand met een geschiedenis, een achtergrond, die handelt vanuit een bepaalde traditie.
En omgekeerd helpt het de docent als hij wat meer van zijn studenten weet, van hun motivatie, hun achtergrond, hun belangstelling, om beter te snappen waarom ze bepaalde dingen doen zoals ze die doen, en dus om een betere leraar te zijn.
Ik ben eigenlijk altijd heel persoonlijk met mijn studenten omgegaan, zo min mogelijk autoritair of hiërarchisch, niet als iemand die hun wel even zal vertellen wat er schort aan hun werk, maar meer als iemand die samen met hen naar oplossingen zoekt. En daarbij breng je dan natuurlijk als docent je ervaring en als het goed is je vergaarde kennis mee.
Studenten kwamen ook regelmatig naar Amsterdam voor extra begeleiding, of soms gewoon voor de gezelligheid. Het kwam ook wel voor dat iemand vroeg of hij mocht blijven overnachten na een concert in Amsterdam omdat er geen treinen meer reden, wat mij betreft nooit een probleem. Oud-studenten doen dat nog regelmatig.
Maar de tijden zijn veranderd. Vanuit de opleidingen wordt persoonlijk contact ontmoedigd of zelfs verboden. Geen contact buiten school, geen contact waarbij er niet ook anderen aanwezig zijn.
Ik snap het wel, er kan natuurlijk een hoop mis gaan, en er is op dat vlak ook zeker een hoop mis gegaan. Ik heb het zelf meegemaakt op mijn middelbare school en op het conservatorium waar ik studeerde: docenten die zich aan studenten vergrepen. In die tijd werd daar vaak vanuit de opleidingen vergoelijkend over gedaan. Docenten werden zelden op het matje geroepen, en dat is natuurlijk schandalig. Zolang er sprake is van een hiërarchische verhouding moet je geen relatie met iemand aanknopen, punt uit. En ja, ook niet onbelangrijk: het waren zonder uitzondering mannen die zich aan hun veel jongere studentes vergrepen.
Maar om alle persoonlijk contact tussen studenten en docenten te ontmoedigen of te verbieden, vind ik het andere uiterste. Dan ga je voorbij aan wat een kunstopleiding is en uit de aard der zaak ook moet zijn, en dat is veel meer dan een cursus, een traject met een vooraf bepaald curriculum. En ja, daar zitten bepaalde risico’s aan vast.
Probleem is dat de meeste kunstopleidingen tegenwoordig bestuurd worden door niet-kunstenaars met een management achtergrond met wie je deze discussie niet kunt voeren. Kwaliteit, inhoud, diepgang, relevantie zijn voor hen onmeetbare grootheden en dus niet relevant. Voor hen is de beste oplossing altijd de goedkoopste.
Maar mij lijkt het veel beter om docenten goed te instrueren, duidelijke afspraken te maken, de studenten goed voor te lichten over wat wel en niet toelaatbaar gedrag is, en ervoor te zorgen dat er vertrouwenspersonen zijn, instanties waar je terecht kunt bij grensoverschrijdend gedrag. En dan het vertrouwen kweken dat er bij problemen ook werkelijk geluisterd wordt en ingegrepen.
Maar helaas leven we in een totaal verkrampte samenleving waarin mensen niet meer naar elkaar kunnen en willen luisteren, en dan maar liever de gemakkelijke weg kiezen zonder zich daarbij af te vragen of er daarmee niet iets essentieels verloren gaat.