Opera dagboek
Een paar jaar geleden las ik de roman De Joden van Nachoem M. Wijnberg uit 1999 en schreef daar een kort essay over op mijn blog. Het was mij meteen duidelijk dat ik er iets mee moest, liefst in de vorm van een door mij te componeren opera, maar dat het niet gemakkelijk zou worden was eveneens duidelijk.
De Joden, een roman, staat er op het titelblad; maar dan wel een roman in de vorm van een toneelstuk, en dan ook nog een praktisch onuitvoerbaar toneelstuk, vanwege de vele personages en opsommingen van wetten en gebruiken uit de Talmoed, briljante, maar voor een niet ingewijde in de Joodse cultuur, de filosofie en de wereldliteratuur (ik overdrijf misschien een beetje, maar toch niet heel erg veel) onnavolgbare verwijzingen, raadselachtige dialogen en vreemde handelingen.
Nachoem was gelukkig meteen enthousiast en begon al snel zijn correspondentie met ‘tot ziens in Bayreuth’ te ondertekenen.
Dramaturg/librettist Carel Alpenaar, met wie ik al eerder aan andere projecten werkte, zag eerst nog problemen in verband met de complexiteit van de roman en de vele personages, maar werd gaandeweg steeds enthousiaster. In een heleboel gezamenlijke sessies (soms met Nachoem erbij om een en ander voor ons te verklaren) in Carels huis aan de Amsterdamse Prinsengracht lukte het tot een zeer bruikbaar libretto te komen, dat aan de ene kant recht deed aan Nachoems geesteskind, maar tegelijk voor mij als componist werkbaar was en vooral ook zingbaar!
Toen het libretto klaar was, vroeg ik dichteres/vertaalster Annelie David om het voor mij naar het Duits te vertalen. Deels omdat het verhaal zich voor een groot gedeelte in Berlijn afspeelt, Walter Benjamin en Heidegger prominent aanwezig zijn, maar ook omdat een Duitstalige opera nu eenmaal een grotere potentiële reikwijdte heeft dan een Nederlandstalige. Daarnaast vind ik Duits een mooie taal (mijn joodse moeder zou zich omdraaien in haar graf) met een in mijn oren grote expressiviteit van klank. Componeren in een andere taal dan je moerstaal geeft daarbij ook een prettig soort distantie tot de woorden en hun betekenis.
Gewapend met een fantastisch en wat mij betreft zeer inspirerend Duitstalig libretto en een ronkende wervende tekst (zoiets noem je tegenwoordig een pitch, meen ik), probeer ik inmiddels operahuizen voor het project te interesseren.
Tegelijk ben ik ook maar gewoon begonnen met het componeren van de eerste acte van drie, waarin het drama zich ontvouwt. We schrijven 1940: Stalin (die in zinnen van zelden meer dan één woord spreekt) maakt zich zorgen vanwege de machtsoverdracht in Duitsland van Hitler aan de Frankfurter Schule, en vraagt Beria, zijn handlanger en hoofd van de Russische geheime dienst, op onderzoek uit gaan: zou zoiets hemzelf ook kunnen overkomen? Hoe groot is de invloed van de geheime internationale joodse samenzwering…
wordt vervolgd!