Het kwaad
Ik denk aan een tweeëntwintigjarige, vermoedelijk Nigeriaanse jongen die een Amsterdams meisje van zeventien jaar heeft vermoord en probeer me voor te stellen wat hem daartoe heeft bewogen. Als het in een psychose was, dan was het misschien niet per se zijn bedoeling, waren het stemmen die hij hoorde die hem hiertoe aanzetten, maar daar heb ik niets over in de krant gelezen. Zou hij hebben gedacht dat hij er wel mee weg zou komen, dat ze hem niet zouden pakken? En zou hij over de consequenties hebben nagedacht: een lange gevangenisstraf, misschien wel levenslang, TBS? Of zou hij helemaal nergens over hebben nagedacht, voortgedreven door iets waaraan hij geen weerstand kon of wilde bieden.
Die jongen bestond ook al vóór hij deze misdaad beging, toen het alleen nog een optie was, iets dat hij ook niet zou kunnen doen. Maar misschien was hij in Nigeria al lid geweest van een militie, een verzetsbeweging of een terreurorganisatie met wie hij daar de vreselijkste dingen deed. Of is hij op jonge leeftijd getuige geweest van verschrikkingen die ik mij nauwelijks kan voorstellen en heeft dat zijn visie op de wereld gekleurd, een nieuw normaal voor hem geschapen.
Ik zag ooit een interview met een Syrische jongen die zich bij Islamitische Staat had aangesloten. Hij was gevangen genomen en verwachtte de doodstraf te zullen krijgen, en ik vermoed dat die inmiddels ook wel aan hem voltrokken zal zijn. Hij vertelde eigenhandig minstens zeshonderd mensen vermoord te hebben, mannen, vrouwen, kinderen. Spijt leek hij niet te hebben, of misschien was hij slim genoeg om zich te realiseren dat het daarvoor te laat was, of dat spijt in zo’n geval haast betekenisloos is. Van één moord kun je nog spijt hebben, maar van zeshonderd? Van moorden die je je niet eens meer kunt herinneren, die je achteloos beging? ‘Een mensenleven betekende niets voor ons,’ zei hij met zijn prettige, wat zangerige stem. Ik zag een knappe jongeman die intelligent en sympathiek uit zijn ogen keek. Hij leek heel goed te beseffen wat hij had gedaan, maar kon niet nalaten te flirten met het meisje dat hem het interview afnam.
‘Vóór Islamitische Staat was ons bestaan uitzichtloos,’ legde hij haar uit. ‘We leden armoede, hadden honger. Geen werk, geen enkel perspectief.’ Ik keek naar hem terwijl beelden van de gruweldaden van I.S. mij door het hoofd schoten, gestileerde terreur, bedoeld om de vijand angst aan te jagen, maar anderen juist te inspireren.
‘Bij I.S. kregen we ineens een goed salaris, konden we elke vrouw krijgen, niemand maakte ons iets. Het geloof speelde in feite geen enkele rol, dat hele kalifaat zei ons niets, we namen het gewoon op de koop toe, het hoorde er nu eenmaal bij.’
Hij was gevangen genomen en zou worden berecht in zijn eigen land. Heel anders dan die Nigeriaanse jongen in Amsterdam. Wij kennen hier geen doodstraf en zullen ons dus tot zijn laatste snik over hem moeten ontfermen, al is dat misschien pas over zestig jaar.
Ik denk dat hij hier nooit had moeten komen, die jongen had hier helemaal niets te zoeken. Getraumatiseerd, beschadigd, opgejaagd, in een soort rauwe overlevingsmodus, na een verschrikkelijke tocht wakker geworden in een asielzoekerscentrum in een totaal ander deel van de wereld, in een land waarvan de mores hem vreemd zijn, waarschijnlijk helemaal niet interesseren. Een roofdier in een kooi, maar dan eentje die iemand open heeft laten staan.
Er wordt wel gezegd dat veel van de problemen die in de thuislanden van deze mensen spelen door onszelf zijn veroorzaakt, door onze hebzucht, ons egoïsme. Ongetwijfeld. Al vraag ik me dan wel af wie we precies bedoelen met ons. Mij? Mevrouw Janssen? Mijn kinderen? Nee, natuurlijk niet, het gaat dan over natiestaten, niet over individuen.
Maar zelfs als wij hier voor een gedeelte van hun problemen verantwoordelijk zijn, oplossen kunnen we ze zeker niet. Ik voel compassie met iedereen die op de vlucht is, ontheemd is, mijn hart gaat naar hen uit, maar getuigt het niet van een grote naïviteit om vluchtelingen van oorlogsgeweld zogenaamd ruimhartig op te vangen en ze dan vervolgens aan hun lot over te laten in een asielzoekerscentrum? Als dit klopt zou ik zeggen: van een misdadige naïviteit. En daarvan is nu dus een meisje van zeventien dat op weg was naar huis na een avondje stappen het slachtoffer geworden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten