Kees!
Vandaag zou mijn vader negentig jaar zijn geworden. Gisteren belde mijn stiefmoeder I. waarmee hij na de dood van mijn moeder in 1981, negen jaar getrouwd is geweest. Eerst was hij haar grote liefde, adoreerde ze hem, later kwam ze daarop terug en maakte ze hem vooral verwijten, maar nu vertelde ze dat ze hem miste, noemde hem briljant, erudiet, charmant en zei dat hij ongetwijfeld een geweldige opa voor mijn kinderen zou zijn geweest.
Ik heb daar geen probleem mee. Zelf denk ik ook wisselend over mijn vader en dat is misschien niet zo gek. Niemand is alleen maar eendimensionaal goed of slecht, en daarbij is er ook nog sprake van een wisselende chemie tussen mensen. De een roept het beste in je op, de ander juist niet. ‘Je bent wat je gevonden wordt,’ zei hij zelf altijd.
Ik denk allang niet meer dagelijks aan hem, maar ik zie wel degelijk zijn invloed in mijn denken, handelen, taal, een bepaald gevoel voor humor. Hij was een nogal dwingende en dominante persoonlijkheid (net als mijn moeder trouwens, ze waren allebei leeuwen) al vond hij zelf van niet. Zelfreflectie was misschien niet zijn sterkste eigenschap. Ik vrees trouwens dat we ook daarin meer op elkaar lijken dan ik bereid ben toe te geven.
Maar goed, hij heeft Bibian niet gekend, mijn kinderen niet gekend, mevrouw Janssen niet gekend. Hij was trouwens bij leven over het algemeen weinig enthousiast over mijn partnerkeuzes. Toen mijn eerste liefde R. nogal briljant afstudeerde als filosoof op het werk van Levinas, was zijn commentaar: ‘Filosofie? Dat is toch geen wetenschap!’ De jaren daarvoor had hij stug geweigerd haar ouders te ontmoeten, volgens hem snobs en provincialen (mijn schoonmoeder was arts en mijn schoonvader mineraloog en professor in Wageningen). Nu kan ik er om lachen, maar toen vond ik het pijnlijk. R. had er volgens mij geen probleem mee, ze vond mijn vader grappig; ze had het alleen niet zo op mijn stiefmoeder.
Tegen de tijd dat hij stierf aan zijn uitgezaaide prostaatkanker - hij was toen vijfenvijftig jaar en ik dertig - was ik net aangenomen op het conservatorium van Amsterdam. Ik weet niet meer precies hoe hij het formuleerde, maar hij mompelde iets van: ‘fijn dat je nu eindelijk serieus bent geworden’. Dat ik toen al stad en land (en buitenland) had afgereisd met mijn band, met mijn gitarenensemble getoerd had in de Sovjet Unie, Mongolië, China en Indonesië, in opdracht een opera had gecomponeerd deed niet terzake, wat telde was dat ik nu eindelijk eens een fatsoenlijke opleiding ging doen. Dat zou het voor hem een stuk makkelijker maken om tegen zijn vrienden over zijn zoon op te scheppen. Maar goed, zover heeft het nooit mogen komen, hij ging dood.
Zelf heb ik in verband met mijn eigen kinderen ook lang gedacht dat die niet gelukkig zouden kunnen worden zonder een Athenaeum of Gymnasiumdiploma op zak; inmiddels denk ik daar anders over, maar zoals ik al zei, mijn vader was een dwingende persoonlijkheid.
Met mijn stiefmoeder heb ik lang een uiterst problematische relatie gehad, maar dat is nu al weer jaren uitgepraat, vergeven en vergeten. Ik heb geen talent voor haat en wil de haat niet koesteren.
Ook mijn vader, met wie ik best wel wat akkefietjes heb gehad, heb ik allang alles vergeven. Ik denk dat de dood van Bibian daar ook toe heeft bijgedragen; toen ik zelf ook jong weduwnaar was geworden, snapte ik zijn angst en zijn eenzaamheid en zijn (zeer) snelle nieuwe relatie ineens veel beter. Nog iets waarin we op elkaar lijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten