Appeltaart
Ik zit met mevrouw Janssen op een terras tegenover café Hegeraad in de schaduw van de Noorderkerk. Het is niet druk. Aan een tafeltje naast ons komt een Jordanese vrouw zitten die in een raspende, doorrookte alt tegen haar telefoon begint te schreeuwen. ‘Waar zit je dan? Wat? Nee, ik ben er al schat. Bij Hegeraad, ja. Waar ben jij dan? O wacht, ik kan je zien!’
Haar man of vriend, eveneens Jordanees komt bij haar zitten. Ze roken.
‘Een drukte op de gracht,’ zegt hij. ‘Bij het Anne Frankhuis. Niet om door te komen.’
‘O nee?’
Mevrouw Janssen roert in haar koffie, maar ik spits mijn oren.
‘Dat geloof je toch niet? Wie gaat er nou uitgerekend anno nu naar een joods cultureel centrum?’
‘Ongelofelijk,’ vindt ook zijn vrouw of vriendin.
Het Anne Frankhuis een joods cultureel centrum, waarom ook niet. En Auschwitz dan? Een joods historisch museum?
Op televisie heeft burgemeester Femke Halsema het in het kader van de diversiteit en de inclusie over een Marokkaanse jongen die ze met een Palestijnse vlag door de stad zag fietsen. Dat vond ze enorm positief; in plaats van thuis te zitten gamen of te blowen laat zo’n jongen zien dat hij geëngageerd is, betrokken, spreekt hij zich uit.
Zaterdagmorgen fiets ik voorbij de Obrechtsynagoge waar twee zwaar bewapende militairen aan de overkant van de straat verveeld staan te wachten tot de sjoeldienst is afgelopen. Hoewel ik totaal niet religieus ben en mijn joodse identiteit me ook maar is overkomen, vraag ik me ineens af of ik niet een kettinkje met een davidster moet gaan dragen, of anders meteen maar een jodenster op mijn colbert moet naaien, zoals John Zorn ooit deed toen hij in Berlijn optrad. Maar wat zouden mijn studenten daarvan vinden?
Een paar jaar terug was ik in Paradiso bij een concert van de Israëlische popster Asaf Avidan die toen een grote hit had. Het viel me op dat het publiek voor de helft uit joden en Israëliërs en voor de andere helft uit Marokkanen bestond. En ook hoe enorm ze op elkaar leken. Allemaal semieten, zou je kunnen zeggen. Want semieten zijn niet alleen joden. Het is feitelijk een taalgroep, de semitische talen, waar zowel het Hebreeuws als het Arabisch onder vallen, helemaal geen volk of ras.
Zo’n gemengd publiek zou nu niet meer mogelijk zijn in Amsterdam. Ik denk sowieso dat Avidan niet meer welkom zou zijn nu zelfs onze eigen Lenny Kuhr het optreden wordt belet.
En dat allemaal dankzij die zelfbenoemde bevrijdingsbeweging die virtuoos, en met de allermodernste middelen heeft weten in te spelen op een eeuwenoud fenomeen dat zichzelf steeds opnieuw uitvindt, transformeert, muteert en waarvan steeds opnieuw dezelfde kleine groep het slachtoffer is.
Het is verbijsterend om te zien hoe jonge Amsterdamse studenten blindelings en zonder enige werkelijke kennis van een zeer complexe situatie en vooral ook zonder enig historisch besef of zelfs maar belangstelling daarvoor, zich kritiekloos laten overtuigen door de eindeloze stroom propaganda op de sociale media in hun eenzijdige veroordeling van de vermeende boosdoener, de genocidale kinder- en vrouwenmoordenaar, de door het internationale grootkapitaal gesteunde apartheidsstaat aan de kop van de Levant.
Maar gelukkig is het een mooie dag, is de appeltaart superieur en onze Marokkaanse ober een vakman.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten